De Steinerpedagogie heeft niet de bedoeling om leerlingen via het vak chemie te vormen tot wetenschappers, wél dat ze een algemene visie krijgen op de wereld van de verschillende stoffen, zo mogelijk met behoud van een respectvolle verbinding met de levende werkelijkheid. Zo leren we de wereld van de kunststoffen kennen en stellen we ons daarbij ook vragen, zoals: welke nadelige gevolgen zijn hiermee verbonden voor het milieu?

Waarnemen en beschrijvenCHEMIE

In de 7de en 8ste klas richten we ons in de chemielessen vooral op het waarnemen en beschrijven van de proeven, het vormen van de besluiten uitgaande van het experiment: het beeldend kwalitatieve. De aard van de stoffen en de onderlinge reacties worden bestudeerd zonder diep in te gaan op bijvoorbeeld wetenschappelijk exacte verhoudingen tussen de stoffen in een reactie. Wel wordt er aandacht besteed aan behoedzaam werken met stoffen.

Het wetenschappelijk exacte

In de 9de en 10de klas wordt het accent verlegd van het beeldend kwalitatieve naar het wetenschappelijk exacte. De beeldenrijkdom, verworven in die eerste jaren, wordt opgevolgd door heldere denk- en begripsinhouden. De analyse van problemen kan aangepakt worden en de stap van verschijnselen naar begrippen kan bewust gemaakt worden. Zo worden in de 10de klas begrippen opgenomen zoals concentratie, verzadigde oplossing, aan de hand van kristallisatie van zouten, diffusie en osmose (belangrijke begrippen bij de fysiologie van planten en dieren).

Ook de stap naar het opstellen van reactievergelijkingen in woorden (geen symbolen) wordt gemaakt en tevens het voorspellen van reacties. Dit gebeurt zowel bij de demonstratieproeven van de bereiding van een aantal organische stoffen (ethanol, diëthylether, azijnzuur, esters) in de 9de klas, als bij de zelf uitgevoerde experimenten van zoutsplitsing en zoutvorming in de 10de klas. Tegelijk leren ze aan de hand van de namen van de beginproducten, de namen van de gevormde producten afleiden.

reagenzglaeser_karramba_production_fotolia_42273035_lAbstract denken

In de 11de klas wordt van de leerlingen verwacht dat ze reeds in voldoende mate abstractie kunnen maken en via hun denken los kunnen komen van het concrete. Zo kunnen begrippen aan bod komen als atomen, moleculen, atoommodel, chemische symbolen, periodiek systeem van de elementen, chemische wetten, reactiesoorten en schrijven van chemische reacties in symbolen enz. Tegelijkertijd streven we ernaar dat de leerlingen zoveel mogelijk proeven zelfstandig kunnen uitvoeren. Dit gebeurt tijdens het wetenschappelijk labo.

Toekomst

In de 12de klas sluiten de leerlingen zes jaar chemie af. Deze situatie dwingt tot een terugblik, maar ook tot vooruitblikken in hun eigen toekomst: waar ontmoeten zij (later) de chemie? Daarom wordt er een overzicht gebracht van de chemie (zonder in herhaling te vallen). Tegelijk is het ook het moment om basisbegrippen uit te breiden of te verdiepen. Zo komt de organische chemie aan bod met onder meer de structuurchemie. Voor de eerste keer wordt er vanuit modellen gedacht en gesproken, enkel met de bedoeling om het ruimtelijk voorstellingsvermogen te oefenen en om te illustreren hoe men vanuit de chemie denkt.

 

< ga terug naar lesaanbod of lees verder op biologie >