Schoollied en spreuken

Schoollied Hiberniaschool

Het schoollied van Hiberniaschool – Middelbare Steinerschool Antwerpen, is een waar Michaëlslied.

Muziek en tekst van de oorspronkelijk twee-stemmige versie uit 1969, zijn van de hand van Ferdinand De Beer, mede-oprichter van onze eerste Belgische Middelbare Steinerschool.
Een baslijn voor een drie-stemmige versie werd  gecomponeerd door broer Ward De Beer. De daarop geïnspireerde, quasi vier-stemmige versie is anoniem.

Hibernia’s muziekleraar Jan Melaerts schreef in 1985 drie virtuoze onderstemmen bij het oorspronkelijke lied, waardoor een vijf-stemmige zetting ontstond, ter gelegenheid van de begrafenis van Ward De Beer (1921-1985).

Een video/audio-opname van het Hibernia schoollied vindt u hier.
Niets staat u nog in de weg het tot het uwe te maken en het samen met ons te zingen op onze feesten en evenementen.

Hemellichten stralen

Hemellichten stralen op de aarde neer,
gaan in onze harten glanzen, meer en meer.

refrein
Wij willen dragen, sterrenlicht in ons bloed;
Michaël, wij vragen: geef ons kracht en moed.

Gouden sterrenkrachten, maak ons denken rein,
laat onze gedachten, klaar en helder zijn.

refrein

Zend door onze daden ook uw sterrenlicht,
dat wij hier op aarde, trouw voldoen onze plicht.

refrein

Spreuken op de Steinerschool

Een van de bijzondere aspecten van een Steinerschool zijn de spreuken.
Spreuken worden gezegd bij het begin en einde van de dag, voor het begin van een maaltijd, bij het begin en einde van een vergadering, bij een feestelijke of gedenkwaardige gelegenheid. Op veel scholen starten de leerkrachten hun werkdag met het gezamenlijk spreken van de dagspreuk van Steiner, alvorens uit te waaieren naar hun klassen.
Er zijn aldus ochtend- en avondspreuken, maar ook spreuken voor speciale momenten, zoals het afscheid van de 12de klas, voor een gestorven leerling, of bij de inwijding van het schoolgebouw.
De spreuken zijn in woorden gevat door Rudolf Steiner zelf, maar kunnen ook van anderen zijn. Bijvoorbeeld van de leraar of – later zelfs – van de leerling.
Vooral de ochtendspreuk is een meditatie die leerlingen hun hele schooltijd begeleidt.

De leerlingen zeggen de ochtend- en avondspreuken klassikaal en iedere dag. Ze zijn de belichaming van het opvoedkundige belang van dagelijkse herhaling.
Iedere dag bezin je voor je begint en je geeft nooit op. In wezen is dat iedere dag hetzelfde, ook al beleef je dat alle dagen anders.

Een spreuk geeft innerlijke kracht.
Dit bezinnen met een spreuk onderscheidt zich van het bidden, dat een bijzonder geloof veronderstelt, en ook van het gedicht als welluidende compositie van verrassende en originele frases. De spreuk heeft iets van beide: van het gebed de innerlijke houding en de vraag, van het gedicht de betrokkenheid bij de wereld, de aandacht voor de woorden.

IMG_5886

Ochtendspreuk

Ik zie rond in de wereld,
waarin de zon haar licht zendt,
waarin de sterren fonkelen,
waarin de stenen rusten,
de planten levend groeien,
de dieren voelend leven,
waarin de mens bezield
de geest een woning geeft;

Ik schouw diep in de ziel,
die binnen in mij leeft,
De Godesgeest, hij weeft
in zon- en zielelicht,
in wereldruimten buiten,
in zielediepten binnen.—

Tot u, o Godesgeest,
wil ik mij vragend wenden,
dat kracht en zegening,
voor leren en voor arbeid,
zich in mijn ziel ontplooien.

In deze spreuk sta je even stil bij je plaats in de wereld, in de kosmos, in de natuurrijken, tussen de mensen, bij je plaats als mens in de wereld. Je vraagt aan de geest die dat grote geheel doorweeft, kracht voor leren en werken. Je plaatst jezelf even in het centrum van de tijd en de ruimte met een moment van stilte dat toch ook gedachten-rijk is, vol geestelijke potentie.
Een minuut stilte waarin iets niet-alledaags gezegd wordt over het wezen van de dag. Iets wat grootser is dan onze alledaagse beslommeringen, maar deze tegelijk niet in de steek laat.

Avondspreuk

Helder licht der sterren,
straal in mijn gedachten;
dat tot wijsheid  worden, wat ik denkend  wil

Zegenend licht der zonne,
warme mij het harte;
dat tot liefde worden, wat ik voelend kan

Goede aardemoeder,
schenk mijn handen krachten;
dat tot daden worden, wat ik werkend wil.