De mens ontwikkelt zich lichamelijk, psychisch en geestelijk
in ritmische cycli van ongeveer 7 jaar
De antroposofie onderscheidt drie grote ontwikkelingsfasen van het kind en de jong volwassene. Dit gedachtengoed ligt aan de basis van de Steinerpedagogie, het pedagogisch project en de leerplannen.
Kleutertijd van 0-7 jaar – onderbouw en middenbouw van 7-14 jaar – bovenbouw van 14-21 jaar.
Eerste zevenjaarsfase: van geboorte tot de tandenwisseling
In deze periode is het van het grootste belang dat het kind in alle rust aan zijn constitutie kan werken. Belangrijk hiervoor is een omgeving die het waard is om nagebootst te worden: deze werkt vormend op zijn constitutie in. In een sfeer van omhulling worden de kinderen (bege)leidd op hun weg in het leven. Met een open blik zoekt de leerkracht naar de eigenheid van ieder kind met zijn eigen ontwikkelingsbehoeften.
Tweede zevenjaarsfase:
de onderbouw en middenbouw
van klas 1 tot 8
Albert Einstein zei het al: ‘logica brengt je van A tot B, maar verbeelding brengt je overal’. Vanaf de eerste klas wordt in beeldende cultuurverhalen de wereld van het leren opengetrokken. Leren lezen gebeurt vanuit het beeldende, leren rekenen vanuit het doen. Verhalen zijn een rijke bron voor de beleving van de leerlingen. Eén begeleidende leerkracht brengt de leerlingen van de bruisende fantasie in de sprookjesverhalen tot de roemrijke ondergang van de Noorse goden in de Edda. In boeiende lessen, met muziek en veel kunstzinnig werk wordt het onderbouwkind een ontluikende wereld vol schoonheid aangeboden.
Vanaf de vijfde klas wordt de leerling centraal in zijn wereld geplaatst. In de geschiedenis wordt via de cultuurperioden de ontwikkeling van de mensheid centraal geplaatst. In talrijke fenomenologische opdrachten schoolt de ontluikende jongere zijn waarneming. Vanaf twaalf jaar wordt, in de 1ste graad secundair onderwijs, het causale denken aangesproken om de basis van het juiste oordelen voor te bereiden.
Ook hier neemt één begeleidende klastitularis de leerlingen mee naar de vooravond van de puberteit. Veel aandacht gaat er naar het kunstzinnig onderwijs, de scholing van het gevoelsgebied. En in steeds meer ambachten wordt de leuze: ‘Al doende leren denken!’ voor waar genomen.
Derde zevenjaarsfase: de bovenbouw van klas 9 tot klas 12
Een diversiteit aan vakleerkrachten – specialisten in hun gebied – dompelen de jongeren onder in de wereld van de exacte kennis. Gezien de jongvolwassenen ten volle ‘aardeburger’ geworden zijn, verdiepen zij zich graag in de knowhow van allerlei zaken. Daarbij krijgen ze volop kans voor eigen inbreng en kunstzinnige verwerking. Een flinke kluif wetenschappen en talen wordt – naast een muzikaal pakket – ook aangevuld met een rijke waaier ambachten en kunstvakken: van koperslaan, schrijnwerkerij tot houtsculptuur, weven en boekbinden.
Ook het werken met computers is de leerlingen niet vreemd. Terwijl de titularis de verbindende figuur in het reilen en zeilen van de klas blijft, nemen de leerlingen vanaf de 3e graad een persoonlijke mentor onder de arm om hun eindwerk mee te schrijven; zo wordt hun persoonlijke ontwikkeling nog intensiever begeleid.
In schooljaar 2014|2015 organiseerde de oudervereniging van Steinerschool Antwerpen|Hiberniaschool een reeks voordrachten over de drie leeftijdsfasen en hun specifieke kenmerken.
De tekst van de derde lezing ‘Zeker weten, denken loont, de weg naar een rijk oordeelsvermogen in puberteit en adolescentie‘ door oud-leerkracht Wilbert Lambrechts en leerkracht aan Middelbare Steinerschool De Es, Herman Meyvis, kunt u aanvragen bij Wilbert Lambrechts.
Deze uitgave bevat een inleiding en twee hoofdstukken over de pedagogische invalshoeken met betrekking tot de (natuur)wetenschappen en het literatuuronderwijs in relatie tot de derde zevenjaarsfase, de middelbare scholier.
De tekst verschijnt vermoedelijk najaar 2015 bij Via Libra.
< ga terug naar antroposofie of lees verder op jaarfeesten >