Biologie in de Rudolf Steinerschool legt de klemtoon op de mens

In de opbouw van het leerplan Biologie verschijnt het aan het begin in de 4de klas basisschool, in het midden in eerste en tweede graad en opnieuw in het tweede jaar van de derde graad. Twee maal wordt de volgorde van de natuurrijken (mineralenrijk, plantenrijk, dierenrijk en de mens) v.v. doorlopen: van mens tot mineraal en van mineraal tot mens.

In de derde graad gebeurt nogmaals het laatste: van mineraal tot de mens.
In de 11de klas vertrekken we dan van het kleine (cellenleer, genetica, embryologie) en klimmen zo op met de lagere en hogere planten.
In de 12de klas komt het gehele dierenrijk aan bod en uiteindelijk opnieuw de mens. In grote lijnen geven we de bouw, de levens- en voortplantingswijze van de verschillende diergroepen weer en vergelijken ze met elkaar:Marine-Phytoplankton

  • de ééncellige dieren
  • holtedieren
  • wormen
  • weekdieren
  • geleedpotigen
  • manteldieren
  • stekelhuidigen
  • vissen
  • amfibieën
  • reptielen
  • vogels
  • zoogdieren

 

De evolutie wordt grondig behandeld:

  • We vergelijken de verschillende evolutietheorieën en de retardatietheorie met elkaar.
  • We tonen aan hoe het ontstaan en de acceptatie van nieuwe begrippen en theorieën verlopen.
  • We illustreren de wisselwerking tussen biologische en filosofische opvattingen over de werkelijkheid.
  • We tonen aan dat de biologie, de evolutieleer, behoort tot de cultuur, namelijk de verworven opvattingen die door meerdere personen worden gedeeld en die aan anderen overdraagbaar zijn.
  • We vergelijken in grote lijnen de lichaamsbouw en ontwikkeling van de mens met die van de dieren, in het bijzonder met die van de primaten.
  • We vergelijken in grote lijnen de lichaamsbouw en ontwikkeling van de mens met die van de fossiele mensachtigen.

 

< ga terug naar lesaanbod of lees verder op aardrijkskunde