Lichamelijke opvoeding

In de 7de klas draait LO rond springen

De 7de klassers beginnen de autoriteit los te laten en gaan op weg naar zelfstandigheid. Springen als symbool voor het loslaten van de bodem. In de klas buigen ze zich over de ontdekkingsreizen, in de turnzaal leggen ze een parcours af met verschillende toestellen.

De 7de klas is in het begin erg heterogeen: een deel komt uit de lagere school in de Volkstraat, een ander deel stroomt in van buitenaf. In het begin van het schooljaar zul je hen dan ook veel zien spelen in de turnzaal. Een manier om elkaar beter te leren kennen en voor de leerkracht een manier om hen in een ongedwongen situatie te kunnen observeren.

Spelen… ook voetbal? H’mmm … er wordt gezegd dat je dan met je voeten tegen de wereld schopt, maar de reden waarom vakleerkracht Els De Puydt quasi geen voetbal geeft, is omdat je kniegewrichten niet gemaakt zijn om zijdelings tegen een bal te schoppen. En natuurlijk ook om al de agressie die voetbal met zich meebrengt. Soms, als ze er echt om vragen, in de hogere klassen, durft het wel eens voorvallen. Maar dan gekaderd, in een context, dat spreekt vanzelf.

Volksdansen staat ook op het programma – aanknopen bij de ontdekkingsreizen. Een dans aanleren met respect voor het volk: waar komt de dans vandaan en wat is de eigenheid ervan? ‘Een dans kan lomp lijken, maar als je weet dat die op klompen in een wei werd gedanst, komt zo’n dans in een ander daglicht te staan.’

In de 8ste klas is het worstelen vanuit de ‘zwaarte’ en het ‘naar beneden gericht zijn’

Na het springen komt de 8ste klasser op aarde terecht en voelt hij de steun. Het sluit ook aan bij de biologieperiode waar ze over het skelet leren.

Oefeningen die in deze periode sterk gesmaakt worden zijn die waar je weerstand voelt: kampspelen, trek- en duwspelen, krachtmetingen, het ontdekken van de eigen grenzen.
Springt een 8ste klasser dan niet meer? Jawel, maar er wordt een bewuste competitie ingebouwd om de weerstand te voelen: de limiet van de ander of van zichzelf. Alle sprongen uit het 7de komen trouwens terug, maar met de nadruk op steun (afzetten met de handen) en op landing.
De fosburyflop wordt hier geïntroduceerd: rugwaarts hoogspringen (genoemd naar de Amerikaanse atleet Dick Fosbury die deze techniek voor het eerst introduceerde op de Olympische Spelen in 1968). Met ook hier weer het accent op de landing.
Volksdansen staat ook nog op de agenda, waarbij een koppeling wordt gemaakt met het jaarwerk over de andere culturen.
Ook een leuke is acrogym, waarbij ze zelf piramides vormen. Ook hier de nadruk op steun zodat de ander veilig op jou kan staan.
Basket komt ook aan bod, met het accent op dribbelen (naar de grond gericht), terwijl in volleybal de onderhandse opslag en de verdediging worden benadrukt.

In de 9de klas is het leidmotief kogelstoten

Dat is een oprichtende beweging, een loskomen van de zwaarte en een explosieve kracht die de kogel doet vertrekken. Negende klassers voelen weerstand en willen die overwinnen.
In de Aardrijkskundeperiode krijgen ze geologie: een proces van afbraak en opbouw … 9de klassers zeggen definitief vaarwel aan hun kindertijd en bouwen hun weg naar volwassenheid. De LO-lessen zijn gericht op het ervaren van de eigen grenzen en deze overwinnen, wat het zelfvertrouwen een enorme boost geeft. Een bezoek aan de klimmuur staat dan ook twee keer op het programma.
Een typische oefening is de neksteunoverslag: een oprichtende beweging waarbij je als het ware met de voeten door de lucht vliegt (voor ongeruste ouders: er staan helpers bij!)
Schermafbeelding 2015-06-27 om 18.09.38

 

 

 

 

 

Bij basketbal komt het accent op lay up (dribbelen, twee passen en de bal in de basket gooien): opspringen om te scoren.
Groepssporten werkt perfect in deze klas: honkbal (in open lucht), acrogym met grotere oefeningen ….
Qua dans is de 9de klas ideaal voor jazzdans: een dans waarbij ze niet oog in oog met elkaar moeten staan, maar wel alle bewegingen synchroon uitvoeren. Voor de jongens een hele overwinning van de weerstand… 

De 10de klas staat symbool voor discuswerpen 

Na de periode van meer op zichzelf gericht, is de geest en het hart vrij om terug de ander te ontmoeten. De oefeningen LO accentueren in deze klas de centrum- en de middelpuntvliedende krachten: vanuit jezelf de ander tegemoet treden en die ander leren kennen en waarderen. Prestatie en vorm worden terug gelijkwaardig en de techniek moet ‘kloppen’.
Het moment voor het partnerdansen is aangebroken: de wals en de polka zijn de dansen bij uitstek.
Hier ook weer twee overslagbewegingen: handstandoverslag en loopoverslag
Schermafbeelding 2015-06-27 om 18.03.24

 

 

 

 

 

Bij volleybal en basketbal komt de nadruk te liggen op tactiek (afspraken, overleg) en het afwerken van de spelposities. Korfbal, de enige gemengde sport, vindt bij de 10de klassers ook gretig aftrek.
Het lichte element komt aan bod in badminton en frisbee. Dit laatste wordt in een spelvorm aangeboden bijvoorbeeld honkballen met een frisbee.
In de 10de klas gaat de conditie van de jongeren opvallend naar beneden, dus gooit de leerkracht er een flink pak conditietraining tegenaan. Ter confrontatie met de buitenwereld gaan ze zelfs naar de fitness.

Speerwerpen is typisch voor een 11de klas

Doelgerichte bewegingen naar één punt. Boogschieten hoort daar ook bij. Helaas biedt de stadse omgeving geen plek om deze sporten te beoefenen.
Elfde klassers sprinten (kan je pas goed doen als je je focust op één punt), gooien een bal kaarsrecht door een klein hoepeltje, en bereiden zich voor op een eigen sportinvulling. De ‘Indoor’ wordt regelmatig afgehuurd voor een partijtje squash, fitness of klimmen.
In basketbal ligt de nadruk op zoneverdediging: afspraken maken in groep en tegelijkertijd jezelf organiseren.
Opmerkelijk is de eigen turnopdracht die ze zich moeten opleggen. In het begin van het schooljaar worden alle turntoestellen nog eens herhaald (met nadruk op de helpers) en daarna krijgt elke leerling zes weken de tijd om een eigen turnopdracht zelfstandig te volbrengen. Na die zes weken is er een demonstratie en evalueren ze elkaar. De uitvoerder licht toe welke weg hij heeft bewandeld en op welke manier hij zijn doel (al dan niet) heeft bereikt.
Deze leeftijd is ook de ideale periode voor de Latijns-Amerikaanse dansen zoals salsa en cha-cha: dansen met meer lichaamscontact (ontmoeting van de ander). 

In de 12de klas wordt de vijfkamp afgewerkt

Die vijfkamp is in de zesde klas begonnen met lopen, vervolgens springen (7de), worstelen (8de), discuswerpen (10de) en speerwerpen (11de klas).
De nadruk ligt hier op het zichzelf organiseren. In dit jaar moet elke leerling een les aanbieden. Hetzij zelf gegeven, hetzij iemand gezocht die les komt geven.
Karateleraars zijn hier al gepasseerd, buikdansers… Leerlingen vinden ook zelf de meest ongelooflijke lessen uit die een combinatie vormen van alles wat ze geleerd hebben, plus hun gevoel, fantasie en creativiteit. Vakleerkracht Els De Puydt test deze lessen vaak uit in andere klassen en als het ‘bingo’ is, neemt ze dit mee naar de jaarlijkse bijscholing in Duitsland voor alle leerkrachten LO van alle Steinerscholen ter wereld.
In de balsporten komt de rol van de scheidsrechter aan bod.

 

< ga terug naar lesaanbod of lees verder op jaarwerken en eindwerk >